woensdag 14 oktober 2009

Achtervolging

Zaterdag waren we thuis getuige van een kleine achtervolging. Politie-auto's stoven van twee kanten onze straat in, polities op brommers schoten het zijpad naast ons huis in en achter ons huis bleek over het voetpad in het parkje ook een politieauto te rijden. Kennelijk had de verdachte zich in het parkje achter ons huis verscholen. Later hoorde ik dat het iemand was met een bivakmuts - wat hij op zijn geweten had zou ik niet weten. De agenten keken nog wat rond, maar na een kwartiertje vertrokken ze weer.

En toen zag ik vanuit het riet en de donkere struiken een man tevoorschijn komen die rustig wegliep. Ik belde nog 112 - maar eer het contact met de agenten ter plekke was gelegd, was de man verdwenen.

De bomen, het riet en het struikgewas hielden de man verborgen. Hij was zo één met zijn omgeving geworden, dat hij onzichtbaar was en niet gepakt werd. Naderhand moest ik denken aan die oergeschiedenis in Genesis: de mens die van de verboden vrucht gegeten heeft en zich vervolgens tussen het geboomte verbergt. En God die dan komt en vraagt: `waar ben je?'

Het trof mij om bij Elie Wiesel (... Toch raakt de zee niet vol, memoires deel 2) te lezen dat God die vraag niet stelt, omdat Hij het antwoord niet weet op die vraag. God wéét waar ik ben. Hij doorgrondt en kent ons. God hoeft ons niet als een agent te achtervolgen en te zoeken. Hij weet waar je bent. Toch stelt God die vraag: `waar ben je?'

Kennelijk is die vraag bedoeld om aan ons zelf te stellen: wáár ben ik... wáár ben ik mee bezig... met wát verschuil ik mij, wát maakt mij bang, wát heb ik verkeerd gedaan, wáármee durf ik niet voor den dag te komen? Waar kom ik vandaan? En waar ga ik naartoe? Hoe ga ik verder?

Het is goed die vraag van tijd tot tijd ook aan elkaar te stellen. Niet te zeggen: ben ik mijn broeders hoeder? Maar: waar ben je? Waar zit je ergens?

Ook missionair gezien is dit een leerzame vraag: géén achtevolgingsacties op touw zetten - waardoor mensen alleen maar op de vlucht slaan - verstoppertje gaan spelen. Maar oprecht - om die ander te dienen - de vraag stellen: waar ben je?

Mensen voelen haarfijn aan of een kerk erop uit is om te vangen, te veroordelen, op te sluiten...
Of dat een kerk van genade weet: waar ben je? Je hoeft je niet te verstoppen. Je mag tevoorschijn komen - met alles erop en eraan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten