maandag 30 november 2009

Waar vertrouw je op?

Ter voorbereiding van de preek van zondag lees ik een boekje over Jesaja van ds. M.R. van de Berg - een heel goede bijbeluitlegger. Juda vertrouwde niet op de HERE, maar zocht zijn hulp elders - en dan blijkt dat die hulp (Assyrië) vervolgens een bedreiging wordt. Wat van de Berg dan schrijft (in 1990), spreekt mij bijzonder aan:

`Dat is een bijbelse wetmatigheid. Als men zijn heil zoekt buiten God, slaat de hulp die men ervan verwacht op een gegeven moment om in een bedreiging. Dan komt men in de greep ervan, wordt er de slaaf van en gaat er tenslotte aan onder. Wie op macht vertrouwt in plaats van op de HERE, wordt daar uiteindelijk het slachtoffer van. Wie op geld vertrouwt, gaat daaraan ten onder. Een maatschappij die haar heil verwacht van wetenschap en techniek, zal ondervinden dat die hulpmiddelen omslaan in een bedreiging. Alle milieu-problemen waar we vandaag mee kampen, bewijzen het. Als je dan zegt: `dat heeft de mens aan zichzelf te wijten, aan zijn kortzichtigheid en onverantwoordelijkheid', zeg je niet genoeg. Het is slechts één zijde van de medaille. Dwars daardoorheen speelt het oordeel van de HERE.'

dinsdag 24 november 2009

De kunst van het loslaten

Ik lees momenteel het boekje `De kunst van het loslaten', geschreven door ds. W.G. Rietkerk - een aanrader! Hij schrijft over mensen die `te goed, te liefdevol, te zorgend of te gevend zijn', waar een verlangen achter ligt om de ander vast te houden - een en ander roept bij mij herkenning op. Citaat (p.26):

`Jezus wijst zulke mensen er in de Bergrede op dat ze moeten loslaten. Dat is een kunst, de kunst van het loslaten. Het helpt ons als we ontdekken dat achter dat gedrag ten diepste angst schuilgaat. De angst de ander te verliezen als we hem laten gaan. De angst de controle over ons leven te verliezen, de angst voor wat er dan allemaal kan gebeuren. Maar vaak leeft de ander juist op als we hem laten gaan en laten weten: je mag er voor mij zijn zoals je bent. Als we een situatie die ons beangstigt loslaten, blijkt er soms ruimte te zijn voor een oplossing en vaak krijgen we er rust over in ons eigen hart. Bovendien is loslaten in de Bergrede altijd: aan God overlaten. Want eigenlijk kunnen we iemand alleen loslaten als we hem of haar niet in een gat laten vallen, maar innerlijk toevertrouwen aan God. Wie zo loslaat, wordt zelf ook losgelaten. Ofwel: die wordt zelf ook vrij. Zo iemand leert te worden wie hij of zij werkelijk is, en vindt rust in de wetenschap er te mogen zijn. In Christus door God aanvaard.'

woensdag 11 november 2009

Huiveringwekkende gedachte

Naar aanleiding van de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep ging de volgende, huiveringwekkende gedachte door mij heen. Vaccineren betekent dat je een klein beetje van de ziekte binnenkrijgt (ontdaan van zijn kracht), zodat je lichaam antistoffen er tegen kan maken. Zodat - op het moment dat de ziekte in volle kracht op je af komt - je lichaam zich er tegen kan verzetten.

Toen dacht ik: HOE RESISTENT IS WEST-EUROPA TEGEN HET EVANGELIE GEWORDEN? DOORDAT ZE ER EEN KLEIN BEETJE (ONTDAAN VAN ZIJN KRACHT) VAN HEEFT INGENOMEN?

Zodat - wanneer het in zijn volle kracht op ons afkomt - we het naast ons neerleggen...

En dat dat misschien nog meer geldt voor kerkmensen, dan voor níet-kerkmensen? Voor `kaartenbakleden' dan voor `niet-kaartenbakleden'? In de tijd van Jezus waren het juist de mensen die vertrouwd waren met het Woord, die zich heftig verzetten tegen Jezus. En mensen die er altijd langsheen geleefd hadden, die het open ontvingen - en hun leven veranderde.

Dus: lezer, vraag jezelf eens af: hoe resistent ben ík tegen het evangelie?

Gebed: Heer, neem de antistoffen tegen Uw evangelie, tegen de doorwerking van Uw Woord en Geest uit mijn leven weg!

Wel of niet vaccineren?

Ik merk dat veel mensen bezig zijn met de vraag of ze zich wel of niet zullen laten vaccineren. Dat veel mensen ermee bezig zijn, zegt ook iets over ons. En is in zichzelf waard om eens bij stil te staan: waarom houdt het ons zo bezig? Je kunt zeggen: dat is toch logisch, met de opkomst van de Mexicaanse griep. En natuurlijk is dat wel een beetje logisch. Maar wat er gebeurt is: we zijn onzeker. We merken dat ons bestaan niet zo veilig en zeker is als we zouden willen. We lopen risico. En risico's vermijden, daar zijn we als Westerlingen énorm op gefocussed geraakt. Ik zou zelfs zeggen: wij zijn als westerlingen meestal meer gefocussed op het míjden van risico's dan op de vraag wat ons levensdoel is.

Je kunt als christen het er moeilijk mee hebben: waar doe ik goed aan, wél of niet vaccineren - je zou een briefje uit de hemel willen. Maar misschien zegt het briefje uit de hemel wel: waarom ben je zo geobsedeerd door die vraag? Waarom durf je zelf niet meer risico te nemen voor het evangelie? Ik werd gisteren geraakt door woorden van John Piper, hij schrijft: `Geen enkel leed dat een echte christen ervaart, bewijst dat hij afgesneden is van Christus' liefde.' Kort gezegd: je kúnt en mág risico's lopen door vérdere stappen te doen in navolging van Christus.

Laten we alsjeblieft vooral dáár meer mee bezig zijn. En als het dan gaat om de vraag: wel of niet vaccineren? Ik zie het nuchter zo: je loopt risico als je de Mexicaanse griep krijgt en je loopt risico als je je laat vaccineren. Volgens de meeste onderzoekers loop je als je het totaal plaatje bekijkt mínder risico als je je laat vaccineren. Natuurlijk kan er iets misgaan. En dan is dat erg. Maar je zegt ook niet: ik ga niet naar de dokter, want als ik naar de dokter ga, loop ik onderweg de kans op een ongeluk. Terwijl dat wel zo is: je kunt onderweg aangereden worden. En als dat gebeurt, is dat erg. Toch ga je naar de dokter. Nou, zo zou ik zeggen: zo laat ik me ook vaccineren. Laat vooral ieder voor zijn eigen besef ten volle overtuigd zijn (Rom. 14:5).

Wat is erg? Ziek worden, doodgaan. Wat is erger? Nooit het risico te hebben aangedurfd om gehoor te geven aan de roepstem van Jezus: Volg Mij. Uit anst voor de risico's je leven in eigen beheer houden. Wie zijn leven zoekt te behouden verlíest het. Durf je leven aan Hem te verliezen, in Zijn hand te leggen, Zijn eigendom te noemen; en je zult leven vinden - zelfs al word je ziek of ga je dood.

vrijdag 6 november 2009

Dankdag

Ik ontving een brief van De Stem - lektuurzending. Daarin stonden enkele zinnen die mij zeer aanspraken en die ik daarom hier op mijn weblog plaats (de brief is van Wolfgang Gerstenberg).

De jaarlijkse dankdag voor gewas ligt hier pas een paar dagen achter ons. God heeft weer een rijke oogst gegeven en ondanks de economische problemen en veel nood, hebben we alle reden om zeer dankbaar te zijn. Wat zou het mooi zijn als God een grote geestelijke oogst in ons land zou kunnen geven. Ik geloof heel zeker dat de problemen in onze maatschappij enkel en alleen door een geestelijke opwekking opgelost kunnen worden. Hoeveel nood, leed en ook kosten ontstaan er door de zonde. Ik heb eens gelezen dat alleen al door oneerlijkheid tegenover de fiscus er bijna zoveel geld ontbreekt als er totaal aan belastingen binnenkomt. En dan te denken aan het geld dat gemoeid is met de onkosten voor gevangenissen, maatregelen voor rehabilitatie, enz. `Heer, geef niet alleen een paar druppels nieuw geestelijk leven, geef ons stromen van zegen, genees ons land'.

Dat spreekt mij zeer aan. Vanmorgen op onze voorgangersbidstond zag ik een poster hangen in de Zout-der-Aarde kerk: Jezus is het antwoord voor Suriname. Zo kunnen we ook een poster maken: Jezus is het antwoord voor Nederland. Is dat maar iets roepen, zomaar een kreet? Ik geloof van niet. De ontdekking en herontdekking van wie Hij is en wat Hij gedaan heeft, doet en zal doen is de redding van ons leven én van ons land!!!

dinsdag 3 november 2009

Vrijheid

Het lijkt of leven met God onvrij maakt. En als je kijkt naar de praktijk van het christenleven en van de gemeente, dan zíen we daadwerkelijk veel onvrijheid. Toch is wie níet leeft met God ook niet vrij te noemen - al kan dat voor de christen wel zo lijken (lees Psalm 73). Je kunt gevangene zijn van je materiële verlangens, van je zucht naar erkenning door anderen, van je carrière, van je sexuele driften. Je kunt ook gevangene zijn van de wens door anderen aardig gevonden te worden en gerespecteerd - dat kan ook héél goed als je christen bent... Paulus opent zijn Galatenbrief met te zeggen: `als ik nog mensen probeer te behagen, zou ik geen dienaar van Christus zijn'.

De naam Jezus in het Hebreeuws is Jeshoea. Dit wordt vaak vertaald met `heil'. Maar je kunt het ook vertalen met `ruimte'. Gered door Hem word je in de rúimte gezet. Díe ruimte, waarin niet ánderen, of driften, of angsten bepalen, is de ruimte waarin de vrucht van de Geest kan groeien en rijpen.

Die vrucht benoemt Paulus aan het einde van zijn Galatenbrief: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Als we een gemis aan deze zaken ervaren, kan dat een signaal zijn dat de vóórwaarde voor het groeien en rijpen van deze vrucht ontbreekt, namelijk: vríjheid.

Paulus zegt dat we door Christus bevrijd zijn om in vrijheid te leven. We mogen in de vrijheid stáán en we zijn tot die vrijheid geroepen. Alleen in die vrijheid groeit en rijpt die heerlijke vrucht van de Geest.