maandag 2 juni 2014

SAMEN DE WEG VOLGEN

`Als je alleen maar kennis over God verzamelt... blijf je ook alleen maar een kennis van Hem.' Deze tekst die ik onlangs op een poster las, spreekt mij aan. De God over Wie wij in de Bijbel lezen is een levende God Die ook vandaag werkt, handelt en spreekt. God gaat een relatie aan met mensen en verandert mensen. God bevrijdt mensen door de dood en opstanding van Zijn Zoon Jezus Christus. God geeft mensen de Heilige Geest mee Die ook op Jezus Zijn eigen Zoon was. En de weg van de Geest gaan in je dagelijkse leven midden in deze wereld, dat maakt het leven tot een avontuur. Zoals de titel van een pas verschenen boek zegt: `Gods stem horen. Een buitengewoon avontuur voor gewone mensen.' Het zou mooi zijn als we met elkaar dít voor ogen hebben wanneer we spreken over `de kerk'. En ook als dit veel vraagtekens oproept, als we dit niet herkennen of heel lastig toe te passen vinden in ons leven - laat de kerk de plek zijn waar die vraagtekens bespreekbaar en herkenbaar zijn en waar we in deze vragen verder geholpen worden.

Want voordat Jezus naar Zijn Vader ging zei Hij tegen Zijn leerlingen: zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook jullie. De kerk is dus geen gebouw of instituut, maar een zendingsbeweging. Jezus die rondtrok, dingen deed, dingen zei, mensen veranderde, bevrijdde, in beweging zette, is sinds de hemelvaart niet uit deze wereld verdwenen; in tegendeel; in de leerlingen die Hem als de Weg (de Waarheid en het Leven) volgen is Jezus in deze wereld aanwezig. Tegelijk, als ik naar mezelf kijk en als ik om me heen kijk, dan zie ik dat ik en dat wij volgens mij nog veel te leren en te ontdekken hebben als het gaat om de uitdaging die Jezus ons gaf: `zó moet jullie licht schijnen voor de mensen opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel'. Hoe doe je dat? En hoe help je als voorganger, als ouderling, als jeugdwerker etc. ánderen om hierin te groeien?

Het leertraject dat we met een aantal gemeenteleden zijn gaan volgen bij `Nederland Zoekt' heeft mij en heeft ons de afgelopen tijd wel enorm geholpen om scherper op het netvlies te krijgen waar het bij `kerk' om gaat. Zonder dat het misschien overal evenveel zichtbaar is, is er veel veranderd. In plaats van vragen te stellen als `hoe krijgen we meer mensen in het kerkgebouw', `hoe krijgen we de meest aantrekkelijke kerkdiensten' (interessante vragen overigens), stellen we elkaar vragen als: hoe is het afgelopen week bij jou gegaan in het volgen van Jezus, in het gehoor geven aan Zijn roepstem, wat heeft Hij tegen je gezegd, wat heb je ermee gedaan?

Bij Jezus lag de focus niet op: zóvéél mensen heb Ik in de synagoge weten te krijgen. Maar wel op vragen als: wat doe Ik als Ik aan het wandelen ben en een verlamde man langs de weg roep om ontferming. De evangelisten beschrijven keer op keer wat Jezus deed, zei en hoe Hij veel tijd in een kleine groep van leerlingen investeerde. Jezus trok met hen op, leerde hen veel, gaf Zijn leven voor hen, stond voor hen op, zegende hen en begon hen vanuit de hemel te steunen; God gaf hen de Geest en zo ontstond een vermenigvuldigende beweging. Maar lange tijd was de fócus van deze vermenigvuldigende beweging niet `hoe krijgen we zoveel mogelijk mensen in ons gebouw (ze kwamen samen in huizen)'; de focus was hoe onderwijzen we elkaar zo, aanbidden we zo, bemoedigen, vermanen en bidden we zo, dat Jezus en Zijn koninkrijk geloofwaardig in onze levens zichtbaar wordt? Helaas is er ergens een omslag gekomen waarbij `binnen' de focus werd en waarbij `missionair' iets werd van `activiteiten' en van `pogingen om goodwill te kweken en later hopelijk mensen mee te nemen naar binnen, (dat is: binnen de kerkmuren). Onlangs las ik een artikel van een zendingspredikant uit de Gereformeerde Gemeenten (!), die zich kritisch uitliet over het zoeken van veiligheid door christenen die in eigen gebouwen, instituten en activiteiten proberen hun geloof veilig te stellen voor de boze buitenwereld, in plaats van hun geloof te léven in de wereld waarin Jezus Zijn leerlingen gezonden heeft.

Laat onze bekende uitdrukking `naar de kerk gaan' daarom de komende jaren een nieuwe invulling krijgen. Niet in de trant van `we gaan naar de kerk' zoals iemand van een andere religie naar zijn godsdienstig centrum gaat om zijn religieuze plichten te vervullen en eventuele zegeningen van het hogere te ontvangen. Maar laat `naar de kerk gaan' meer en meer de lading krijgen van `de ontmoeting met medeleerlingen' opzoeken om uit te wisselen, te leren, te bidden, bemoedigd, vermaand, vertroost en opgebouwd te worden, te aanbidden en gezegend weer uitgezonden te worden, om als leerlingen de Weg te volgen en het Koninkrijk zichtbaar te maken. 

donderdag 10 april 2014

De weg van het kruis

Vandaag is pater Frans van der Lugt 76 jaar geworden. Hij viert zijn verjaardag niet meer bij ons... In februari hoorde ik voor het eerst van hem. En schreef voor ons kerkblad onderstaande overdenking:
 
De weg van het kruis...
 
Ergens schrijft Dietrich Bonhoeffer: `Als Jezus een mens roept, nodigt Hij hem te komen sterven.' Daar moest ik aan denken toen ik op het NOS-journaal een reportage zag over een priester in de stad Homs in Syrië die niet geëvacueerd wilde worden. Zijn dagelijkse voedsel bestaat uit een paar olijven 's morgens en een paar blaadjes van groente die hij probeert te kweken op de binnenplaats van zijn tuin. Of hij nog leeft op het moment dat u deze meditatie leest is maar de vraag. De reportage werd gemaakt tijdens een wankel staakt-het-vuren dat ieder moment weer voorbij kan zijn om te veranderen in een vernietigende regen van bommen en mortieren.
 
De priester koos om te blijven voor de mensen die nog wonen in de stad. Niet slechts voor `de christenen' die nog wonen in de stad, maar voor al de mensen die nog wonen in de stad. Voor en met hen bidt hij om vrede en houdt hij de hoop levend. Waar de verslaggever aan toevoegde: `tegen beter weten in'.
 
In deze man herkende ik een hedendaagse icoon, een beeld van wat Jezus bedoelt als Hij ons roept tot navolging, tot discipelschap. Als het goed is gaat het in de kerk en in ons geloof niet slechts om een religieus en godsdienstig leven. Gebeden, Schriftlezen, kerkgang, de zondag apart houden voor God zijn nuttige en belangrijke instrumenten, maar dan wel om het navolgen van Christus te ondersteunen. In het christelijk geloof draait het niet om religie waarmee we onszelf een goed gevoel bezorgen doordat we de kerkdienst op de juiste, plechtige wijze uitgevoerd hebben, onze vrijwilligerstaak jarenlang hebben volgehouden of een mooie gift in de collectezak hebben gedaan. Anders gezegd, in het christelijk geloof draait het niet om onszelf, maar om Christus. Hij is het middelpunt van de wereldgeschiedenis, de zichtbaar geworden Vader die ons vanaf het kruis Zijn liefde verklaart.
 
`Wat me meer plezier zou doen dan al je gebeden, offers en goede werken, is dat je zou geloven dat Ik je liefheb' - hoorde een 34-jarige weduwe de stille stem van Christus zeggen, meer dan 400 jaar geleden. Christus kennen, niet slechts met het verstand, niet zoals iemand die de reisgids en de kaart door en door kent, maar weten en aanvaarden door Hem zelf geliefd en geroepen te zijn, dat is het beginpunt van de navolging. Als Hij werkelijk voor mij in staat, mijn straf gedragen heeft, mijn zwartste, mijn donkerste, mijn akeligste kanten gezien heeft en desondanks vastberaden Zijn bloed voor mij heeft laten vergieten, dan kan ik al het zorgen voor mezelf, voor mijn reputatie, voor mijn veiligheid, voor mijn comfort, voor mijn imago, voor mijn toekomst loslaten en aan Hem overgeven en me melden bij Hem om in dienst te gaan. Christus - aan het kruis gespijkerd - zegt: `verander je leven, sla een nieuwe richting in, kom, volg Mij en sta toe dat je tot een radicale discipel gemaakt wordt.'
 
Het misschien wel `engste' gebed, dat we dagelijks aan het begin van de dag zouden kunnen bidden is: `Heer, hier ben ik. Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan uw eer'. Nog `enger' zou het kunnen zijn daaraan toe te voegen: `en ik stel U geen grens, U mag het volledig zeggen.' Maar het gekke is, dat juist langs díe weg we het leven vinden. Van het NOS-journaal word ik meestal niet blij. Maar van bovengenoemde priester werd ik dat wél. Voor mij was overduidelijk zichtbaar dat deze man in íedere vezel van zijn bestaan lééft, écht leeft. Even keek een beelddrager van Christus recht de camera in en hield ons een spiegel voor. Ben ik bereid om op de plek waar de Heer míj geplant heeft, míjzelf en mijn eigen belang te vergeten? Biddend, dienend, mijzelf te vergeten en het akelige, het risico, het verlies, de teleurstelling, de pijn - kortom, het kruis, te dragen?
 
 `Toen zei Jezus tegen Zijn discipelen: als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden.' (Mat.16:24-25)
 
 Om te zingen of te bidden:
 
Jezus, alles geef ik U
wat ik ben en heb
en wat ik ooit zal zijn.
 
Al mijn hoop,
mijn plannen en mijn tijd
leg ik in uw hand,
vertrouw ze aan U toe.
Door uw wil te doen,
leer ik om vrij te zijn.
 
Jezus, alles geef ik U,
wat ik ben en heb
en wat ik ooit zal zijn.
 
(Opwekking 582)

donderdag 23 januari 2014

Geen economische groei, geen vooruitgang?

Bijna dagelijks berichten kranten en journaals over de zorgen om onze de groei die achterblijft. Bijna automatisch maak je dan de denkstap dat het dús niet zo goed gaat en dat het allemaal `achteruit holt'. Intussen kan er op verschillende vlakken vooruitgang geboekt worden zonder dat dit in de cijfers van economische groei is terug te zien.

Denk aan het volgende gedachtenexperiment. Wanneer je toe bent aan een nieuwe auto, besluit je over te stappen op iets dat kleiner, zuiniger, degelijker en schoner is. Zowieso kijk je ook naar de mogelijkheid om je auto te delen wanneer je hem niet nodig hebt. Stel dat dit niet alleen bij jou het geval is, maar dat dit de trend wordt.

Wat zou dit kunnen betekenen in de cijfers van de economie?
Kleiner:
de Rotterdamse haven importeert mínder kubieke meters auto, het havenwerk krimpt.
de snelwegen slijten minder snel, minder werk voor sector wegenbouw.

Zuiniger:
dalende energiebehoefte, raffinaderijen etc. minder werk
krimp voor sector van pompstations

Degelijker:
minder reparatiewerk in de garages
dalende auto verkoop
lagere behoefte aan grondstoffen voor de productie van auto's

Schoner:
minder beroep op gezondheidszorg, enige krimp in de sector

Auto delen:
dalende inkomsten wegenbelasting
dalende autoverkoop
dalende inkomsten verzekeringsmaatschappijen

We zien hier een paradox in onze cultuur. We promoten duurzaamheid, zuinigheid, delen etc. En mijns inziens terecht. Maar tegelijk sorteert dit een negatief effect in cijfers van werkgelegenheid en economische groei. Toch is het goed denkbaar dat je deze beweging niet louter negatief waardeert. Behalve dat het vervelend is dat de werkgelegenheid afneemt - (vooral als het jezelf treft), is er in bovenstaande trend veel positiefs te bespeuren. Er is namelijk ook allerlei wínst. Die winst is er bijvoorbeeld voor de consument (is minder geld kwijt aan zijn auto), voor de samenleving en voor natuur en milieu (minder behoefte aan grondstoffen, schoner etc.).  Intussen zeggen de cijfers in zo'n situatie dat er economische krimp is en een dalende werkgelegenheid.

Dit laat dus zien dat we voor de vraag of het goed gaat met een land niet alleen moeten kijken naar de cijfers van economische groei. Likkebaardend kijkt men soms naar de cijfers van economische groei zoals in Azië. Maar zitten wij ook te wachten op hun schoorstenen etc.? Misschien moeten we groei wel anders gaan definiëren.

Dé vraag die intussen overblijft, is hoe het moet met de werkgelegenheid. Een pasklaar antwoord is moeilijk te geven. Hierin zullen we echter ook een omslag in denken moeten maken. Wanneer we vandaag de dag een vrachtwagen zien rijden, zeggen we waarschijnlijk ook niet: wat jammer, daar hadden ook 80 man met paarden en wagens aan het werk kunnen zijn. Die vrachtwagen was een efficiënte. nuttige uitvinding. De vrijkomende energie aan menskracht kon in de loop van de tijd weer op een andere nuttige manier voor dienstverlening worden ingezet.

De paradox van uitvindingen en technologie is dat ze enerzijds werk creëren, maar vervolgens ook werk besparen. Daarom is het te simpel gedacht dat de werkgelegenheid bevorderd kan en moet worden door het nastreven van economische groei. Veeleer zal er ingezet moeten worden op onderzoek, onderwijs en visievorming om te bevorderen dat scholing en arbeid worden ingezet op dátgene wat dienstbaar is aan de samenleving van mórgen.