dinsdag 29 december 2009

Bidden we

voor hen die zoekgeraakt zijn
en voor hen die zoeken naar verdwaalden;
voor hen die de duisternis te dik geworden is
en voor hen die licht proberen te brengen;
voor hen die bidden zonder te weten tot wie
en voor hen die hun namen
voor Uw aangezicht brengen;

voor hen die de deur zo hard hebben dichtgegooid
dat we de klap nu nog horen;
voor hen die zo stilletjes zijn weggegaan
dat we zelfs hun naam vergeten zijn;
voor hen die opgroeien
zonder Uw naam ooit te horen
en voor hen die trouw Uw naam nog stamelen;

voor hen die gewacht hebben op een stem
en voor hen die de juiste deur niet konden vinden;
voor hen die onverschillig bleven
en voor hen die onze arrogantie niet konden verdragen;
voor hen die te hard geworden zijn
en voor hen die te gelukkig zijn
om ooit nog te vragen naar Uw adres.

(gelezen in Transmissie / en PKN-blad)

dinsdag 22 december 2009

Brief over Kairos-document

Door het plaatsen van onderstaande links op mijn blog distantieer ik mij ervan dat het Kairos-document vandaag door de leiding van de PKN officieel in ontvangst genomen wordt - waarmee toch een schijn gewekt wordt als zou heel de PKN zich min of meer achter dit document scharen. Niet dat ik geen oog heb voor de moeilijke vragen die hier liggen; maar er is ook een ándere kant van het verhaal...

http://www.refdag.nl/media/2009/20091221_CJO_Kairos_document.pdf

http://christenenvoorisrael.nl/nieuws/nieuws/reactie-kairos-palestijns-document.html

maandag 14 december 2009

Stil worden

In een overdenking van Anne van Laar las ik het volgende wat mij aanspreekt:

`Bij bidden denken we al snel aan spreken. Jezus waarschuwt daarvoor. Gebruik wanneer je bidt geen omhaal van woorden. Waarom gebruiken wij vaak een omhaal van woorden? Wij willen God beïnvloeden. Wie spreekt verbreekt de stilte. Hij vormt gedachten, wil de ander overtuigen. Het gaat er echter niet om dat wij de Here God om krijgen. Integendeel! Het gaat allereerst om luisteren naar Hem en stil zijn. Intensief luisteren naar Gods Woord. Want het gaat er niet om dat God verandert, maar dat wij veranderen en ons door Hem laten gezeggen. Opdat we willen wat Hij wil. Het gebed van ons is vaak een heimelijk gebrek aan vertrouwen in plaats van een stille vertrouwelijke overgave aan God. Gebed is nooit het eerste woord, maar altijd het tweede. Gebed is ant-woord. God is Degene die op de meest veelomvattende manier tot ons heeft gesproken in zijn Zoon. Door het gebed vinden we een passende manier om daarop te reageren. Allereerst door stil te zijn en ons te verwonderen over Zijn genade.

donderdag 10 december 2009

Oude mensen

Wandelend naar de gebedsgroep, maandagavond, ging er veel door mij heen toen ik keek naar de vele hoge flats die ik passeerde... Wat wonen er daar ontzettend veel oudere mensen. Mijn oma was die dag begraven, 99 jaar oud. Wat had zij veel meegemaakt. En veel te vertellen. En wat was er veel van haar te leren. Soms denk ik dat één van de redenen dat ze zo oud geworden is, hierin ligt dat ze veel bezoek kreeg - familieleden en vrienden die naar haar wilden luisteren, die bij haar wilden zijn.

En kijkend naar die flats, weet ik dat daar vooral ook veel mensen wonen die eenzaam zijn. Hun levensboek staat vol verhalen - spannende, verdrietige, grappige, mooie, ontroerende, leerzame verhalen. Maar wíe wil een oor zijn, dat er naar luistert. Wie wil deze prachtige boeken lézen? Opvallend is dat oude mensen in de gemeente soms vooral ervaren worden als `een taak' en `een last' - ook ikzelf deed en doe soms met die klaagzang mee. Maar nu, in de adventstijd, valt het mij op dat het in het begin van het Lucas-evangelie vooral de óude mensen zijn, waarin de Geest van God een níeuw begin maakt: Zacharias, Elisabeth, Simeon, Anna...

Dit bedenkend kon ik woensdagmorgen geweldig genieten van onze Bijbelmorgen. Die heeft als ondewerp `de Heilige Geest'. En deze keer was aan de orde: de Heilige Geest aan het begin van het Lukas-evangelie. Als het om de Geest gaat, moeten we niet - zoals in onze cultuur - denken aan de geestkracht van jonge mensen, maar mogen we erbij stilstaan hoe de Heilige Geest werkzaam is en te vinden is, waar je het misschien niet verwacht zou hebben.

Er wordt dezer dagen veel gesproken over missionair werk. Zou `luisteren naar oude mensen' daar ook onder vallen? Misschien niet volgens de hedendaagse opvatting; maar wél dus in de Bijbelse opvatting; had Joël immers niet al voorzegd dat `oude mensen dromen zullen dromen'?

maandag 30 november 2009

Waar vertrouw je op?

Ter voorbereiding van de preek van zondag lees ik een boekje over Jesaja van ds. M.R. van de Berg - een heel goede bijbeluitlegger. Juda vertrouwde niet op de HERE, maar zocht zijn hulp elders - en dan blijkt dat die hulp (Assyrië) vervolgens een bedreiging wordt. Wat van de Berg dan schrijft (in 1990), spreekt mij bijzonder aan:

`Dat is een bijbelse wetmatigheid. Als men zijn heil zoekt buiten God, slaat de hulp die men ervan verwacht op een gegeven moment om in een bedreiging. Dan komt men in de greep ervan, wordt er de slaaf van en gaat er tenslotte aan onder. Wie op macht vertrouwt in plaats van op de HERE, wordt daar uiteindelijk het slachtoffer van. Wie op geld vertrouwt, gaat daaraan ten onder. Een maatschappij die haar heil verwacht van wetenschap en techniek, zal ondervinden dat die hulpmiddelen omslaan in een bedreiging. Alle milieu-problemen waar we vandaag mee kampen, bewijzen het. Als je dan zegt: `dat heeft de mens aan zichzelf te wijten, aan zijn kortzichtigheid en onverantwoordelijkheid', zeg je niet genoeg. Het is slechts één zijde van de medaille. Dwars daardoorheen speelt het oordeel van de HERE.'

dinsdag 24 november 2009

De kunst van het loslaten

Ik lees momenteel het boekje `De kunst van het loslaten', geschreven door ds. W.G. Rietkerk - een aanrader! Hij schrijft over mensen die `te goed, te liefdevol, te zorgend of te gevend zijn', waar een verlangen achter ligt om de ander vast te houden - een en ander roept bij mij herkenning op. Citaat (p.26):

`Jezus wijst zulke mensen er in de Bergrede op dat ze moeten loslaten. Dat is een kunst, de kunst van het loslaten. Het helpt ons als we ontdekken dat achter dat gedrag ten diepste angst schuilgaat. De angst de ander te verliezen als we hem laten gaan. De angst de controle over ons leven te verliezen, de angst voor wat er dan allemaal kan gebeuren. Maar vaak leeft de ander juist op als we hem laten gaan en laten weten: je mag er voor mij zijn zoals je bent. Als we een situatie die ons beangstigt loslaten, blijkt er soms ruimte te zijn voor een oplossing en vaak krijgen we er rust over in ons eigen hart. Bovendien is loslaten in de Bergrede altijd: aan God overlaten. Want eigenlijk kunnen we iemand alleen loslaten als we hem of haar niet in een gat laten vallen, maar innerlijk toevertrouwen aan God. Wie zo loslaat, wordt zelf ook losgelaten. Ofwel: die wordt zelf ook vrij. Zo iemand leert te worden wie hij of zij werkelijk is, en vindt rust in de wetenschap er te mogen zijn. In Christus door God aanvaard.'

woensdag 11 november 2009

Huiveringwekkende gedachte

Naar aanleiding van de vaccinaties tegen de Mexicaanse griep ging de volgende, huiveringwekkende gedachte door mij heen. Vaccineren betekent dat je een klein beetje van de ziekte binnenkrijgt (ontdaan van zijn kracht), zodat je lichaam antistoffen er tegen kan maken. Zodat - op het moment dat de ziekte in volle kracht op je af komt - je lichaam zich er tegen kan verzetten.

Toen dacht ik: HOE RESISTENT IS WEST-EUROPA TEGEN HET EVANGELIE GEWORDEN? DOORDAT ZE ER EEN KLEIN BEETJE (ONTDAAN VAN ZIJN KRACHT) VAN HEEFT INGENOMEN?

Zodat - wanneer het in zijn volle kracht op ons afkomt - we het naast ons neerleggen...

En dat dat misschien nog meer geldt voor kerkmensen, dan voor níet-kerkmensen? Voor `kaartenbakleden' dan voor `niet-kaartenbakleden'? In de tijd van Jezus waren het juist de mensen die vertrouwd waren met het Woord, die zich heftig verzetten tegen Jezus. En mensen die er altijd langsheen geleefd hadden, die het open ontvingen - en hun leven veranderde.

Dus: lezer, vraag jezelf eens af: hoe resistent ben ík tegen het evangelie?

Gebed: Heer, neem de antistoffen tegen Uw evangelie, tegen de doorwerking van Uw Woord en Geest uit mijn leven weg!

Wel of niet vaccineren?

Ik merk dat veel mensen bezig zijn met de vraag of ze zich wel of niet zullen laten vaccineren. Dat veel mensen ermee bezig zijn, zegt ook iets over ons. En is in zichzelf waard om eens bij stil te staan: waarom houdt het ons zo bezig? Je kunt zeggen: dat is toch logisch, met de opkomst van de Mexicaanse griep. En natuurlijk is dat wel een beetje logisch. Maar wat er gebeurt is: we zijn onzeker. We merken dat ons bestaan niet zo veilig en zeker is als we zouden willen. We lopen risico. En risico's vermijden, daar zijn we als Westerlingen énorm op gefocussed geraakt. Ik zou zelfs zeggen: wij zijn als westerlingen meestal meer gefocussed op het míjden van risico's dan op de vraag wat ons levensdoel is.

Je kunt als christen het er moeilijk mee hebben: waar doe ik goed aan, wél of niet vaccineren - je zou een briefje uit de hemel willen. Maar misschien zegt het briefje uit de hemel wel: waarom ben je zo geobsedeerd door die vraag? Waarom durf je zelf niet meer risico te nemen voor het evangelie? Ik werd gisteren geraakt door woorden van John Piper, hij schrijft: `Geen enkel leed dat een echte christen ervaart, bewijst dat hij afgesneden is van Christus' liefde.' Kort gezegd: je kúnt en mág risico's lopen door vérdere stappen te doen in navolging van Christus.

Laten we alsjeblieft vooral dáár meer mee bezig zijn. En als het dan gaat om de vraag: wel of niet vaccineren? Ik zie het nuchter zo: je loopt risico als je de Mexicaanse griep krijgt en je loopt risico als je je laat vaccineren. Volgens de meeste onderzoekers loop je als je het totaal plaatje bekijkt mínder risico als je je laat vaccineren. Natuurlijk kan er iets misgaan. En dan is dat erg. Maar je zegt ook niet: ik ga niet naar de dokter, want als ik naar de dokter ga, loop ik onderweg de kans op een ongeluk. Terwijl dat wel zo is: je kunt onderweg aangereden worden. En als dat gebeurt, is dat erg. Toch ga je naar de dokter. Nou, zo zou ik zeggen: zo laat ik me ook vaccineren. Laat vooral ieder voor zijn eigen besef ten volle overtuigd zijn (Rom. 14:5).

Wat is erg? Ziek worden, doodgaan. Wat is erger? Nooit het risico te hebben aangedurfd om gehoor te geven aan de roepstem van Jezus: Volg Mij. Uit anst voor de risico's je leven in eigen beheer houden. Wie zijn leven zoekt te behouden verlíest het. Durf je leven aan Hem te verliezen, in Zijn hand te leggen, Zijn eigendom te noemen; en je zult leven vinden - zelfs al word je ziek of ga je dood.

vrijdag 6 november 2009

Dankdag

Ik ontving een brief van De Stem - lektuurzending. Daarin stonden enkele zinnen die mij zeer aanspraken en die ik daarom hier op mijn weblog plaats (de brief is van Wolfgang Gerstenberg).

De jaarlijkse dankdag voor gewas ligt hier pas een paar dagen achter ons. God heeft weer een rijke oogst gegeven en ondanks de economische problemen en veel nood, hebben we alle reden om zeer dankbaar te zijn. Wat zou het mooi zijn als God een grote geestelijke oogst in ons land zou kunnen geven. Ik geloof heel zeker dat de problemen in onze maatschappij enkel en alleen door een geestelijke opwekking opgelost kunnen worden. Hoeveel nood, leed en ook kosten ontstaan er door de zonde. Ik heb eens gelezen dat alleen al door oneerlijkheid tegenover de fiscus er bijna zoveel geld ontbreekt als er totaal aan belastingen binnenkomt. En dan te denken aan het geld dat gemoeid is met de onkosten voor gevangenissen, maatregelen voor rehabilitatie, enz. `Heer, geef niet alleen een paar druppels nieuw geestelijk leven, geef ons stromen van zegen, genees ons land'.

Dat spreekt mij zeer aan. Vanmorgen op onze voorgangersbidstond zag ik een poster hangen in de Zout-der-Aarde kerk: Jezus is het antwoord voor Suriname. Zo kunnen we ook een poster maken: Jezus is het antwoord voor Nederland. Is dat maar iets roepen, zomaar een kreet? Ik geloof van niet. De ontdekking en herontdekking van wie Hij is en wat Hij gedaan heeft, doet en zal doen is de redding van ons leven én van ons land!!!

dinsdag 3 november 2009

Vrijheid

Het lijkt of leven met God onvrij maakt. En als je kijkt naar de praktijk van het christenleven en van de gemeente, dan zíen we daadwerkelijk veel onvrijheid. Toch is wie níet leeft met God ook niet vrij te noemen - al kan dat voor de christen wel zo lijken (lees Psalm 73). Je kunt gevangene zijn van je materiële verlangens, van je zucht naar erkenning door anderen, van je carrière, van je sexuele driften. Je kunt ook gevangene zijn van de wens door anderen aardig gevonden te worden en gerespecteerd - dat kan ook héél goed als je christen bent... Paulus opent zijn Galatenbrief met te zeggen: `als ik nog mensen probeer te behagen, zou ik geen dienaar van Christus zijn'.

De naam Jezus in het Hebreeuws is Jeshoea. Dit wordt vaak vertaald met `heil'. Maar je kunt het ook vertalen met `ruimte'. Gered door Hem word je in de rúimte gezet. Díe ruimte, waarin niet ánderen, of driften, of angsten bepalen, is de ruimte waarin de vrucht van de Geest kan groeien en rijpen.

Die vrucht benoemt Paulus aan het einde van zijn Galatenbrief: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Als we een gemis aan deze zaken ervaren, kan dat een signaal zijn dat de vóórwaarde voor het groeien en rijpen van deze vrucht ontbreekt, namelijk: vríjheid.

Paulus zegt dat we door Christus bevrijd zijn om in vrijheid te leven. We mogen in de vrijheid stáán en we zijn tot die vrijheid geroepen. Alleen in die vrijheid groeit en rijpt die heerlijke vrucht van de Geest.

zaterdag 17 oktober 2009

Waterbronnen

Een jaar of vijf terug waren we op vakantie in de Belgische Ardennen. We hadden een huisje gehuurd op een vakantiepark. Bij dit vakantiepark lag een gigantisch, werkelijk gigantisch groot complex wat waarschijnlijk óóit een bloeiend conferentieoord was. Ooit... Het was heel apart om van buitenaf al die zaalruimtes te zien en hotelgangen, waar al in misschien geen twintig of dertig jaar meer iemand was geweest. Overal stof; het had iets naargeestigs. Tegelijk had de huidige eigenaar kennelijk het ideaal om dat grote complex stukje bij beetje weer tot leven te krijgen. Een bijna onmogelijk opgave; als je niet ook de middelen hebt om zo'n groot complex te kunnen onderhouden.

Aan dat vakantiepark moest ik gisterenmorgen denken, toen ik in het bijbelboek Jozua over Aksa las. Aksa - kent u haar? Haar man, Otniël, kreeg een flink stuk land van haar vader, Kaleb. Maar dat flinke stuk land was dor en droog. Nadat hij dit gekregen heeft, gaat Aksa naar haar vader toe en zegt: `nu u mij dor land gegeven hebt, geef mij er ook waterbronnen bij'. Fantastisch vind ik dat. Ze zegt niet: we hebben niets aan dat stuk land dat u gegeven hebt. Ze zegt: bedankt voor het land... Maar we hebben er ook de middelen voor nodig om er iets mee te kunnen. We hebben ook waterbronnen nodig.

Ik ben zelf dankbaar voor de gemeente die aan mijn en onze zorg is toevertrouwd. Wát een mensen staan er nog in onze hervormde kaartenbak. En wat een enorme hoeveel mensen wonen er hier in dit deel van Rotterdam. Fantastisch... Schitterend... Maar, zonder middelen om dit te bewerken ziet het er uit als dat conferentie-oord in de Belgische Ardennen. Daarom ben ik zo blij met het verhaal over Aksa. Zij leert mij tot God te bidden: nu U me dor land gegeven hebt, geef mij er ook waterbronnen bij. Ofwel: geef ons Uw Geest, als levend water. En geef ons mensen, die zo vol zijn van Uw Geest, dat `stromen van levend water uit hun binnenste vloeien'. Kaleb gaf die waterbronnen aan zijn dochter. En zou onze hemelse Vader ons dan weigeren te geven wat we nodig hebben voor Zijn koninkrijk?

Afgelopen zondag lazen we in de kerk Jesaja 44: `Want Ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal mijn Geest uitgieten op uw nakroost en mijn zegen op uw nakomelingen. Zij zullen uitspruiten tussen het gras, als populieren langs de beken. De een zal zeggen: Ik ben des HEREN, een ander zal zich noemen met de naam Jakob, en een derde zal op zijn hand schrijven: van de HERE, en de naam Israël aannemen.

woensdag 14 oktober 2009

Achtervolging

Zaterdag waren we thuis getuige van een kleine achtervolging. Politie-auto's stoven van twee kanten onze straat in, polities op brommers schoten het zijpad naast ons huis in en achter ons huis bleek over het voetpad in het parkje ook een politieauto te rijden. Kennelijk had de verdachte zich in het parkje achter ons huis verscholen. Later hoorde ik dat het iemand was met een bivakmuts - wat hij op zijn geweten had zou ik niet weten. De agenten keken nog wat rond, maar na een kwartiertje vertrokken ze weer.

En toen zag ik vanuit het riet en de donkere struiken een man tevoorschijn komen die rustig wegliep. Ik belde nog 112 - maar eer het contact met de agenten ter plekke was gelegd, was de man verdwenen.

De bomen, het riet en het struikgewas hielden de man verborgen. Hij was zo één met zijn omgeving geworden, dat hij onzichtbaar was en niet gepakt werd. Naderhand moest ik denken aan die oergeschiedenis in Genesis: de mens die van de verboden vrucht gegeten heeft en zich vervolgens tussen het geboomte verbergt. En God die dan komt en vraagt: `waar ben je?'

Het trof mij om bij Elie Wiesel (... Toch raakt de zee niet vol, memoires deel 2) te lezen dat God die vraag niet stelt, omdat Hij het antwoord niet weet op die vraag. God wéét waar ik ben. Hij doorgrondt en kent ons. God hoeft ons niet als een agent te achtervolgen en te zoeken. Hij weet waar je bent. Toch stelt God die vraag: `waar ben je?'

Kennelijk is die vraag bedoeld om aan ons zelf te stellen: wáár ben ik... wáár ben ik mee bezig... met wát verschuil ik mij, wát maakt mij bang, wát heb ik verkeerd gedaan, wáármee durf ik niet voor den dag te komen? Waar kom ik vandaan? En waar ga ik naartoe? Hoe ga ik verder?

Het is goed die vraag van tijd tot tijd ook aan elkaar te stellen. Niet te zeggen: ben ik mijn broeders hoeder? Maar: waar ben je? Waar zit je ergens?

Ook missionair gezien is dit een leerzame vraag: géén achtevolgingsacties op touw zetten - waardoor mensen alleen maar op de vlucht slaan - verstoppertje gaan spelen. Maar oprecht - om die ander te dienen - de vraag stellen: waar ben je?

Mensen voelen haarfijn aan of een kerk erop uit is om te vangen, te veroordelen, op te sluiten...
Of dat een kerk van genade weet: waar ben je? Je hoeft je niet te verstoppen. Je mag tevoorschijn komen - met alles erop en eraan.

dinsdag 13 oktober 2009

Heilige huisjes...

In zijn fascinerende boek `De grote doorbraak' schrijft Derek Morphew het volgende: (p. 142)

`De levenskracht van Gods koninkrijk brengt de kerk tot leven. Het netwerk van menselijke relaties dat daaruit ontstaat, moet ernaar streven de aanwezigheid van het koninkrijk vast te houden, er uitdrukking aan te geven en over te brengen op anderen. De bestaande structuur vormt soms echter een belemmering voor de macht van het koninkrijk en biedt soms zelfs tegenstand.

Het koninkrijk kan verduidelijkt worden naar analogie van de slak en zijn huisje. Van het slijm dat de slak afscheidt, wordt het huisje gemaakt waarin de slak woont. Overal kun je lege huisjes vinden, zonder enig leven erin. In de loop van de kerkgeschiedenis heeft God opeenvolgende interventies van zijn koninkrijk aan ons getoond. Iedere keer is er een huisje gemaakt dat paste bij het leven van de kerk. Maar het pad van de kerkgeschiedenis ligt wel bezaaid met lege huisjes, waarin de structuur wel is blijven bestaan maar het leven is verdwenen. Het perspectief van het koninkrijk zou ons moeten genezen van een al te veel bezig zijn met de huisjes. (...) Ons oog moet gericht blijven op de doorbraak van het koninkrijk. Waar komt Gods interventie tot uiting? Waar worden zijn machtige daden verricht? Waar wordt de kracht van de toekomende eeuw zichtbaar? Het belang dat we in de huisjes stellen, zou alleen maar functioneel moeten zijn. Het huisje is heilig zolang de slak er woont. Als de slak eenmaal vertrokken is, is de vorm van het huisje niet meer heilig en het huisje zelf ook niet.'

De Geest zet Jezus' werk voort

Bij Erik Borgman (De werking van de Heilige Geest in de Europese cultuur en traditie) las ik het volgende mij inspirerende citaat:

`Volgens het Johannes-evangelie geeft Jezus de Geest als hij sterft. Deze Geest geeft niet alleen na Jezus' dood inzicht in wie Jezus was en is (Johannes 15,26) en brengt niet alleen in herinnering wat Jezus heeft gezegd (Johannes 14,26). Deze Geest zet Jezus' werk voort. Zoals Jezus zal de Geest van de waarheid getuigen en de weg wijzen naar de volle waarheid (Johannes 16,13). Daarbij zal deze Geest, en degenen die zich door haar laten inspireren, door de wereld vijandig bejegend en bestreden worden zoals Jezus vijandig bejegend werd en bestreden is (Johannes 14,17). (...) Het is de Geest die het mogelijk maakt hier en nu als zusters en broeders van de Gezalfde Jezus zelf rechtstreeks in relatie te staan met God, temidden in de onrustige wereld en de voortgaande tijd.'

dinsdag 6 oktober 2009

In vuur en vlam voor God

Als vandaag iemand zegt dat hij/zij in vuur en vlam voor God staat, dan fronsen we misschien de wenkbrauwen. Geloven is wel goed, maar laat het niet te radicaal of fanatiek worden... - zo is toch meestal de gedachte. We kennen de voorbeelden van mensen die naar ons idee doordraven.

We kennen ook de voorbeelden van mensen die drammen: we móeten in vuur en vlam voor God staan. Dat kan iets heel vermoeiends hebben...

Maar ik ken ook voorbeelden van heel prachtige mensen. Hun geheim is: Gód. Ze hebben ontdekt wie God, de Schepper van hemel en aarde, in Jezus Christus voor hen is. Het is alsof ze iets zó prachtigs, zó geweldigs gezien hebben, dat ze er helemaal verrukt van zijn, helemaal vól ervan. Kan dat? Niemand heeft toch God gezien? Dat is waar! Maar met de ogen van het hart, kunnen we er toch al een vermoeden van krijgen. Dat is geen drammerige passie, geen vlam die anderen verteert, maar een bron van geweldige vreugde, liefde en kracht. Op die manier hoop ik dat we ook als gemeente door de aanraking met Gods Geest meer en meer een gemeente zullen worden die in vuur en vlam voor God staat.

vrijdag 25 september 2009

Bang om missionair te zijn

Als een gemeente écht missionair wordt, zal dit betekenen dat állerlei mensen worden uitgenodigd en binnenkomen. Mensen met heel andere denkbeelden. Met een heel andere leefwijze. En vergéét het maar dat die denkbeelden en leefwijze één, twee, dríe gelijk helemaal veranderen! Missionair worden betekent dat de aanblik van de gemeente verandert. Niet meer allemaal een beetje soortgelijke mensen, maar héél verschillend... Zijn ze (écht) welkom? Of zijn we er (eigenlijk) een beetje bang voor?

Om eerlijk te zijn - dat bang zijn herken ik wel. En ik denk dat ik er niet alleen in sta. Mensen waarschuwen er zelfs tegen ál te missionair te zijn; laten we liever zélf verdieping zoeken, in plaats van mensen uitnodigen. Ik proef een `anti-missionaire' tendens - ondanks het feit dat kerken te maken hebben met afkalving en leegloop (of misschien beter gezegd: afkalving en leegloop kómt ook door die anti-missionaire tendens!).

Met die bange houding zou het evangelie nóóit ons kikkerlandje hebben bereikt. Die houding doet me denken aan de eerste christenen in Jeruzalem. Toen Paulus bij hen arriveerde vertelde hij enthousiast hoe God overal allerlei `heidenen' had toegevoegd aan de gemeente. Door mensen als Paulus ging het evangelie écht de wijde wereld in. Maar de reactie van de christenen te Jeruzalem was `zuinigjes'. [lees Handelingen 21 : 19 - 21] Ze zeggen: bij ons zijn er ook veel mensen gelovig geworden én ze íjveren voor de wet. Ofwel: ze doen ook hun best om net zo als ons te leven. En vervolgens klinkt gelijk de krítische vraag aan Paulus: hoe zit dat bij jou?! We horen dat jíj de mensen níet leert om te worden als wij (besnijdenis, leven volgens de wet)...

De vraag moet vandaag in de kerk hardop gesteld worden: in welk spoor willen we gaan als gemeente? In het spoor van Paulus, óf in het spoor van de christenen te Jeruzalem? Ik ben er vást van overtuigd dat we mét Paulus níet bang hoeven te zijn om volop het spoor van missionair gemeente zijn te kiezen!!!

woensdag 23 september 2009

Contact gezocht

Zondagavond maakte ik een korte wandeling door één van de IJsselmondense groenstroken. Kort - want ik was nog maar nauwelijks onderweg of bij een basketbalpleintje zaten een paar jongelui, tegen wie ik `goede avond' zei. `Hé meneer, zin in een praatje?' - was de reactie. Mijn inschatting dat deze jongens moslim waren klopte. Ik vroeg of ze met de Ramadan hadden meegedaan. En of ze in de nacht van kracht wakker waren geweest. Ze waren verbaasd hoe ik met name dat laatste wist - en toen ze erachter kwamen dat ik dominee was, volgde er een spervuur van vragen: hoe bidden jullie, wat bidden jullie, waarom zien jullie Jezus als Gods Zoon, vindt u ook niet dat het Westen decadent is, wat gebeurt er bij jullie in de kerk... Het was een fantastische ontmoeting. Ik geloof vast en zeker dat er zo nog véle moslimjongeren in IJsselmonde zijn, die graag eens een paar christenen zouden ontmoeten en hen het hemd van het lijf zouden willen vragen. Dus wat mij betreft: wordt vervolgd!

donderdag 17 september 2009

Frustratietax

In de algemene beschouwingen heeft Wilders opgeroepen tot een hoofddoektax van zeg maar € 1000. Ik kan er niet om lachen. Eerder plaatste hij de opmerking dat een miljoen moslims ons land uit moeten (het is de vraag of er zoveel zijn - dacht men vroeger dat alle buitenlanders moslims waren, nu blijken er honderdduizenden christenmigranten in ons land te zijn). Dat Wilders zo populair is verontrust mij zeer. Het toont hoe hoog het frustratiegehalte onder Nederlanders is.
Gisterenmiddag op de fiets was ik er weer getuige van: twee donkere jongetjes slingerden een beetje met hun fiets, een oudere blanke man fietste hen achterop en begon hen vreselijk gefrustreerd uit te schelden. En dan zie ik 's morgens nadat ik onze kinderen naar school gebracht heb de vrouwen met hoofddoekjes en hun mannen op weg gaan naar hun werk: in de verpleeghuizen onze zieken en ouderen verzorgen, in de magazijnen het zware werk verrichten, onze straten schoonvegen en nog meer werk waar wij onze handen niet mee vuil wensen te maken.
Ik weet niet wat voor moslims ze in Urk of in Barneveld allemaal tegenkomen, maar ik zie hier van dichtbij jonge moslims die hard hun best gedaan hebben om Nederlands te leren en die hard werken om vooruit te komen.
Hebben ze dan niet de ambitie om dit land over te nemen? En hoe zit het met de onderdrukking van christenen in moslimlanden? Ontken je niet alle problemen?
Ik ben natuurlijk ook niet naïef. Ik weet welke vragen er leven en dat er bepaalde problemen bestaan. En ik zie in Rotterdam ook dat er keihard gewerkt wordt aan oplossingen en mét resultaat. Van één ding ben ik vierkant en voor de volle honderd procent overtuigd: dat gefrustreerde mensen met hun door haat, afkeer en angst gevoede bittere uitspraken slechts ellende zaaien. En niets opbouwen. Eens oogst je wat je gezaaid hebt. De Bijbel waarschuwt hiertegen klip en klaar: zorg ervoor dat onder u geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt en met zijn bitterheid velen besmet (Hebreeën 12): dat geldt in de kerk, hóeveel te meer geldt dat in de samenleving!  
Aan de dríe spraakmakende aanslagen in Nederland van de laatste jaren (moord op Pim Fortuyn, moord op Theo van Gogh, aanslag op koninginnedag) lag bij één inderdaad islamitische radicalisering ten grondslag. Maar vergeet niet dat er bij twee hollandse opgekropte frustratie aan ten grondslag lag. Dan lijkt het me dus ook tijd worden voor een tax op het uiten van opgekropte frustraties!
Maar nu serieus: christenen, gíj geheel anders! Hoe je de opkomst van de islam ook inschat, je bent geroepen je naaste líef te hebben en liefde te bewijzen - zoals je zelf behandeld zou willen worden, de ander behandelen. Rechtvaardig, barmhartig - opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (Matteüs 5:16)

woensdag 16 september 2009

Nacht van kracht

Vanmorgen bij het ziekenhuis zag ik een oudere meneer op een bankje lezen in een kleine, fraai gekleurde koran. Ik vroeg hem of hij vannacht op gaat blijven - het is vannacht wat moslims noemen `de nacht van kracht'. Hij zei dat hij dat inderdaad ging doen en dat hij al een paar nachten steeds probeert op te blijven. Moslims geloven dat dit de nacht is / de nachten zijn waarin Mohammed zijn openbaringen ontving en hechten er daarom speciale betekenis aan juist nu wakker te zijn. Ik vroeg de man op het bankje hoe hij zo'n nacht ervaart - en hij antwoordde dat hij nu al veel kracht gekregen had. Ik heb hem alleen gezegd dat ik een christen ben - hij was geloof ik wel verbaasd dat ik ernaar vroeg. Ik weet dat moslims juist in deze nacht soms dromen en visioenen van Isa - Jezus - krijgen; en dat dit aanleiding kan zijn om de injiel (het evangelie) te zoeken en te gaan lezen. Immers van Isa staat in de koran dat hij zieken genas en doden opwekte. Wie is dan deze Isa, van wie in de koran maar zo weinig te vinden is? Want niet van Mohammed staat er ook maar ergens dat hij een zieke genas of een dode opwekte. Maar wél van Isa - Jezus! Ik bid dat ook vannacht vele moslims mogen dromen van Isa en op zoek mogen gaan naar Hem, die alleen ons hart met volledige blijdschap kan vervullen! Zo zal Gods koninkrijk zich uitbreiden - óók in de moslimwereld.
En ik bid dat wij christenen zelf ook wakker mogen worden... Geldt vandaag de dag niet van vele christenen wat Paulus ooit van zijn eigen volk schreef, dat er een sluier over hun gelaat ligt? We weten over Jezus... Maar zíen we ook Zijn heerlijkheid met de ogen van het geloof? Misschien juist omdat we dit niet of te weinig zien, gaat er zo weinig kracht en getuigenis van ons uit! Wordt het geen tijd dat ook wij gaan vasten, meer tijd nemen voor gebed en wáken - niet om iets te verdienen, maar om meer van onze Heer te gaan zien en ontvangen?!

dinsdag 15 september 2009

Prinsjesdag

Het is deze prinsjesdag de taak van onze koningin om een sombere troonrede voor te lezen. De economische perspectieven zijn niet gunstig. Miljarden zullen er de komende jaren moeten worden bezuinigd. Velen verliezen hun baan en komen financieel in de problemen.
Ik zie voor mij dat de economische crisis voor christenen en voor de gemeente van Christus een enorme uitdaging vormt. En wel op drie manieren:
Ten eerste dat we als christen mogen weten dat onze vreugde niet hoeft te hangen aan geld en goed, maar daaraan dat de Heer ons het Koninkrijk schenkt en dat we kinderen van de hemelse Vader mogen zijn. Al zou de vijgeboom níet bloeien, geen opbrengst aan de wijnstok zijn - nochtans zal ik juichen, zegt de profeet Habakuk. Kénnen we die vreugde - of verschillen we niet van de wereld in de dingen waarin we onze vreugde zoeken en waarvan we onze vreugde verwachten? Kortom: een uitdaging tot geloofsgroei!
Ten tweede is de crisis een uitdaging in solidariteit. Er zijn gezinnen die niet of niet meer op vakantie kunnen. Waar het moeite kost dagelijks een goede maaltijd op tafel te krijgen. Die rond moeten komen van een bijstandsuitkering of ínééns een grote inkomensval maken. Zijn we als christenen in staat om te delen, om solidair te zijn en iets weg te geven dat onszelf echt iets kost? Het zal ons vreugde geven dit te doen! Bovendien is het een uitdaging om niet alleen te zien hoe het Westen getroffen wordt, maar bovenal de derde wereld: daar betekent de crisis werkelijk een toename van honger en van het ontbreken van de allereerste levensbehoeften. Kortom: een uitdaging tot groei in werkelijk diaconaat!
Ten derde is de crisis een uitdaging om mensen van hoop te zijn. Heel onze samenleving is sterk gericht op onmiddelijke bevrediging van behoeftes en verlangen. Het christelijk geloof is (als het goed is) doordrenkt van een besef dat niet alle dingen onmiddelijk geschonken zijn; dat wie op lánge termijn vreugde wil genieten, daar op kórte termijn soms voor moet afzien. We hoeven niet mee te gaan in de malaise van onze tijd, de somberheid en neerslachtigheid. We mogen onze kinderen stimuleren door te gaan met hun opleiding en studie. We mogen weten van een God die keer op keer bewijst húlp te kunnen geven waar geen uitkomst en geen oplossing meer voor handen was. Deze hoop maakt niet passief, maar actief - wie hoop heeft, durft te blijven ondernemen, te investeren en zich te richten op de toekomst - ook wanneer het getij ronduit slecht is. De Bijbel geeft zo steeds een gezond tegenwicht. Toen alles voor de wind leek te gaan waarschuwde Jeremia dat er een andere tijd kwam. Toen alles mislukt leek, kocht Jeremia een akker. Zo mogen christenen een ánder geluid laten horen in deze tijd!

vrijdag 11 september 2009

Waarom zou ik naar de kerk gaan?

Bij Eugene H. Peterson las ik het volgende wat me aansprak:
`Een van de bezoekingen van mijn pastorale werk was dat ik met een strak gezicht al de redenen moest aanhoren die mensen aanvoeren om niet naar de kerk te gaan:
   `Toen ik klein was, moest ik altijd van mijn moeder.'
   `Er zitten teveel schijnheiligen in de kerk.'
   `Dat is de enige dag waarop ik kan uitslapen'.
Er was een tijd dat ik op dergelijke uitspraken reageerde met eenvoudige argumenten waaruit bleek dat het maar goedkope excuses waren. Totdat ik merkte dat ze geen enkele uitwerking hadden. Wanneer ik het ene excuus als ontoereikend aan de kaak had gesteld, kwamen er drie andere voor in de plaats. Dus reageer ik er niet meer op. Ik luister (met een strak gezicht) en ga naar huis en bid dat die persoon op een dag één reden zal ontdekken die genoeg is om naar de kerk te gaan, namelijk God. (...)
Veel interessanter dan de redenen (excuses) die mensen aanvoeren waarom zij niet aanbidden, zijn de redenen waarom anderen dat wel doen. (...)
De eredienst stilt onze honger naar God niet, maar zij wekt onze eetlust op. Onze behoefte aan God wordt niet bevredigd door het meedoen aan een eredienst, zij wordt er veeleer door verdiept. Zij stroomt over het uur heen en doordringt de week.'
Eugene H. Peterson, Een zaak van lange adem - discipelschap in een snelle maatschappij; p. 45-52

donderdag 10 september 2009

Verlangen naar God

Bij John Piper las ik het volgende over het vasten:
`Bijna altijd en overal heeft het vasten een belangrijke plaats ingenomen, omdat het nauw verbonden is met een diep godsdienstig besef. Misschien verklaart dit waarom het vasten in onze tijd zo in verval is geraakt. Wanneer het Godsbesef afneemt, verdwijnt het vasten.'
`De grootste vijand van een verlangen naar God is niet vergif, maar appeltaart. Het is niet het feestmaal van de goddelozen dat ons verlangen naar de hemel verdooft, maar het eindeloos nuttigen van kleine snacks aan de tafel van deze wereld. Niet de video voor boven de achttien, maar de onbenullige programma's die we avond aan avond indrinken. (...) Sommige mensen, zegt Jezus, horen het woord van God en er ontstaat in hun hart een verlangen naar Hem. Maar `gaandeweg worden zij door zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt'.'
`Het gaat hier om onze dagelijkse portie vlees, aardappelen en koffie, om tuinieren, lezen, decoreren, reizen, investeren, tv-kijken, internetten, boodschappen doen, sporten, postzegels verzamelen en praten. Al deze dingen kunnen de plaats van God innemen en onze relatie met Hem verstikken.'
John Piper - Honger naar God, p. 12-13

dinsdag 8 september 2009

Mammon

Bij J.I. Packer las ik de volgende aansprekende woorden:
`Wij weten tot welk leven Christus ons oproept. Wij preken en spreken er vaak genoeg over. Maar leven wij ook echt zo? Laten wij maar eens rondkijken in de kerken. Let op (...) de luxe in veel christelijke huisgezinnen, de snelheid waarmee christenen uit alle rangen en standen bereid zijn om te mopperen over hun salaris, het gebrek aan bewogenheid met ouderen en eenzamen, en in feite voor iedereen die buiten de eigen kleine kring staat. Wij lijken niet zo heel erg meer op de christenen in de tijd van het Nieuwe Testament. Wij benaderen het leven vormelijk en statisch. De eerste christenen werden niet geremd in hun ondernemingsgeest door de gedachte van `safety first', die ons zo vaak beheerst. Door uitbundig, onconventioneel en vrijmoedig te zijn, zetten zij de wereld op zijn kop. Daar kan men ons, christenen van de twintigste eeuw nauwelijk van beschuldigen. (...) Waar komt die gespannen, voorzichtige, angstige houding, die ons discipelschap lijkt te kenmerken, toch vandaan? (...) Eén reden daarvoor lijkt te zijn, dat wij in het diepst van ons hart bang zijn voor de gevolgen van volkomen toegewijd christen-leven. (...) Wij hebben het gevoel, dat de risico's voor volkomen discipelschap te groot zijn om te nemen. Met andere woorden: wij zijn niet overtuigd van het feit, dat God in alle behoeften kan voorzien van degenen, die het erop wagen om, in gehoorzaamheid aan de roeping van Christus, met Hem `in het diepe' van een onconventioneel leven te springen. Wij voelen ons daarom genoodzaakt, het eerste gebod een klein beetje te overtreden, door een stukje van onze tijd en energie te gebruiken, niet voor het dienen van God, maar voor het dienen van de mammon. (...) het woord van Paulus Hij zal ons alle dingen schenken staat als een voortdurende vermaning voor ons. Paulus zegt ons, dat wij niet bang hoeven te zijn voor onherstelbare verliezen.
J.I. Packer, God leren kennen, p. 241

Aanbidding

Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien - zegt Jezus Christus. Wanneer we ons door het evangelie een beeld van Hem vormen, raken we onder de indruk. In Hem komt volmaakt samen wat bij ons niet samengaat. Bijvoorbeeld: volstrekte heiligheid en zodanig vriend van zondaren zijn dat je bij ze thuis komt en met ze eet. Bij christenen ligt hier vaak een tweedeling: sommigen richten zich vooral op de heiligheid en zonderen zich daarom een beetje af van mensen uit `de wereld'. Andere christenen hebben veel vrienden in de wereld, maar lijken zich om heiligheid niet zo druk te maken. Ander voorbeeld: Jezus is het Lam en de Leeuw. Een grotere tegenstelling kun je nauwelijks bedenken. Sommige christenen hebben iets van een leeuw - die jaag je echt niet tegen je in het harnas. Andere christenen hebben juist iets van een lam - ze zijn open, kwetsbaar, gevoelig. Maar in Jezus komt het op een unieke manier samen: Hij geeft zich als een Lam, terwijl Hij tegelijkertijd altijd de leeuw is en blijft - met wie niet te spotten valt. Meer zicht krijgen op Jezus loopt onherroepelijk uit op bewondering, liefde en aanbidding. Hij gaat onze `of-of' kaders te buiten en te boven; hij is niet óf heilig, óf vriend van zondaren, maar allebei. Niet óf Lam, óf Leeuw - maar allebei. Wanneer we Hem zo beter leren kennen, meer gaan zien, wil de Geest ons helpen om Zijn unieke karakter te leren weerspiegelen. Het leven dat in Hem is, brengt de Geest in ons. Geweldig toch?!

vrijdag 4 september 2009

Bemoediging

Vandaag las ik deze tekst bij Jesaja:
`Wie moe is, beurt Hij op,
wie geen kracht heeft maakt Hij sterk.
Jonge kerels raken vermoeid en uitgeput,
flinke mannen zakken ineen,
maar wie hopen op de Heer,
vinden steeds weer nieuwe kracht.'

donderdag 3 september 2009

Het werk van de Geest

`Het werk van de Geest wordt dus niet zichtbaar in ons leven door een gespannen zoeken naar ervaringen en gevoelens, maar door het zoeken naar God zelf als onze Vader, door het waarderen van de gemeenschap met Hem, door het ontdekken van een toenemend verlangen Hem te kennen en te dienen. Deze waarheid hebben wij nodig om opgetild te worden uit de wir-war van ongeestelijke opvattingen over de Heilige Geest, waarin zovelen verstrikt zijn geraakt in onze tijd. (J. Packer, God leren kennen, p. 196)

Gebed voor de predikant

Er zijn veel klachten over preken vandaag. Het spreekt niet aan. Het is niet nieuw. Het is niet van de Geest. Ik leer niets nieuws. Te vrezen is dat de klachten soms terecht zijn. Te vrezen is ook dat er in de huizen te weinig gebeden en gesmeekt wordt dat de voorgangers goede preken zullen houden. Ik vond ergens het volgende gebed - ga iedere week eens bidden dat je voorganger een goede preek mag ontvangen! En laat het hem ook maar weten, dat bemoedigt en stimuleert!

Kom Heilige Geest!
Weid de herder.
Leid de leidsman.
Verklaar hem die gaat verklaren.
Geef hem die zal geven.
Amen

dinsdag 1 september 2009

Zaaien

Je kunt heel lang discussieren, nadenken en bezinnen over wát de beste missionaire methode en insteek is. Je kunt uren zoeken naar goede teksten om over te preken, methodes om te gebruiken voor catechese en bijbelkring - en uiteraard is het belangrijk om daar wel even góed bij stil te staan. Maar uiteindelijk is het belangrijk dat het er gewóón van komt: dat je gaat beginnen met zaaien. De Prediker zegt: Wie altijd op de wind let, komt nooit aan zaaien toe; wie altijd naar de wolken kijkt, komt nooit aan maaien toe. (...) Zaai van de morgen tot de avond. Laat je hand niet rusten, want je weet niet of het zaad de ene of de andere of elke keer ontkiemen zal. [Pred.12].

vrijdag 28 augustus 2009

Heilige God

In een tijd die schaamteloos is overgegeven aan hebzucht, hoogmoed, sex en eigenzinnigheid blijft de kerk maar murmelen over Gods goedheid, zonder ook maar iets te zeggen over zijn oordeel. J.I. Packer - God leren kennen, p. 132

Paradox

"Christianity is at its best when it is peculiar, marginalized, suffering, and it is at its worst when it is popular, credible, triumphal, and powerful."

Shane Clairborne

INTRO

Op mijn blog wil ik geregeld korte teksten plaatsen die je als lezer prikkelen na te denken over God, over Jezus Christus, over geloof, over het doel van je leven. Als ik ergens iets lees wat ik wil delen, dan zul je het hier terug gaan vinden. Reacties zijn welkom!
Jos Slager